Skip to content

above the Arctic Circle | boven de poolcirkel

In één adem uitgelezen, ‘De Moord op Commendatore’ van Haruki Murakami. Twee dikke pillen, heel doorgeslikt. Vlak voor zonsondergang sloeg ik deel twee dicht. Waar was ik? Ik bevond me niet in Japan, maar aan zee in Senja, Noord Noorwegen, 69 graden noorderbreedte. De vooruitzichten voor die avond waren ‘gunstig’. Weinig bewolking en uitzonderlijk veel zonnewind. Het noorderlicht zou beslist te zien zijn.

Rond 21.30 uur begaf ik me naar de uitkijkpost. De avond daarvoor had ik helemaal alleen op het houten platform gestaan. Tot middernacht getuurd over het water, genoten van de vage oranje gloed net boven de horizon. En tevergeefs op het bijzondere natuurverschijnsel gewacht. In de beschutting van de oude vuurtoren, wachten op het wonder. Deze avond was anders.

Commendatore in mijn botten. Murakami in mijn brein. Deze avond was ik niet alleen, van verre zag ik schaduwen bewegen bij de uitkijkpost van opvallend kleine Noren. Geen Noor te bekennen. Er werd Japans gesproken. Japans? Een groep van ongeveer een dozijn Japanners op ‘noorderlicht-reis’ was net aangekomen en had vrolijk bezit genomen van het houten platform boven de zee. Met een heleboel kleine en grote camera’s die op statieven werden geïnstalleerd. Het wonderlijke boek van Haruki Murakami opende zich voor mijn ogen.

Al na twee denkbeeldige bladzijden kwamen er geheimzinnige, witte stroken tevoorschijn vanachter een zwarte berg. De van oor tot oor glimlachende Japanners wezen met hun vingers en kirden melodieuze lettergrepen van opwinding. Het schouwspel begon. Een discoshow als nooit eerder vertoond. Onzichtbare schijnwerpers bewogen zich kriskras langs de hemel en zorgden voor een lichtshow die mijn pet en alle Japanse petten bij elkaar te boven ging. Ik was omringd door een hedendaags muziekstuk van verbaasde en opgewonden klanken in Japanse tongval. De groep Aziaten en Hollandse ik, we waren één, we klosten in ganzenpas van links naar rechts over de planken boven de zee. Hielden onze blozende camera’s van opwinding in de lucht, waardoor de zwaaiende poten van statieven als paniekerige rendieren in elkaar grepen. We tikten op elkaars schouders om alweer iets nieuws aan te wijzen dat net weer verscheen.

Boven onze hoofden doofden langzaam de grootste schijnwerpers, maar na een pauze van een minuut of vijf begon uit onverwachte hoek een nieuwe dans van licht, nog stralender en nog uitbundiger. Aan de geheimzinnige ‘ Japanse hemel’ in Noord Noorwegen.


above the Arctic Circle
Read in one breath, ‘The Assassination of Commendatore’ by Haruki Murakami. Two fat pills, swallowed whole. Just before sunset I closed part two. Where was I? I was not in Japan, but by the sea in Senja, Northern Norway, latitude 69 degrees north. The outlook for that evening was ‘favourable’. Few clouds and exceptionally high solar wind. The Northern Lights would definitely be seen.

Around 9:30 PM I made my way to the lookout. The night before, I had stood all alone on the wooden platform. Stared over the water until midnight, enjoying the faint orange glow just above the horizon. And waited in vain for the special natural phenomenon. In the shelter of the old lighthouse, waiting for the miracle. This evening was different.

Commendatore in my bones. Murakami in my brain. This evening I was not alone, from afar I saw shadows moving at the lookout of remarkably small Norwegians. No Norwegian to be seen. Japanese was spoken. Japanese? A group of about a dozen Japanese on a Northern Lights journey had just arrived and happily took possession of the wooden platform above the sea. With a lot of small and large cameras that were installed on tripods. Haruki Murakami’s wondrous book opened before my eyes.

After only two imaginary pages, mysterious white streaks appeared from behind a black mountain. The Japanese, smiling from ear to ear, pointed their fingers and cooed melodious syllables of excitement. The spectacle began. A disco show like never seen before. Invisible floodlights criss-crossed the sky, creating a light show beyond my cap and all Japanese caps put together. I was surrounded by a contemporary piece of music of surprised and excited sounds in Japanese accent. The group of Asians and Dutch me, we were one, we clumped in goose pace from left to right over the planks above the sea. Held our blushing cameras aloft with excitement, causing the swaying legs of tripods to interlock like panicked reindeer. We tapped each other’s shoulders to point out yet another new thing that just appeared.

Above our heads the main floodlights slowly faded away, but after a pause of about five minutes a new dance of light began from an unexpected source, even brighter and more exuberant. In the mysterious ‘Japanese sky’ in Northern Norway.

 

Back To Top